Inmiddels bijna twee jaar geleden kom ik bij de opticien.
Bedrijf is gesplitst; mevrouw brillenboer verkoopt in haar helft allerlei voor breien, haken, borduren etc.
Niet mijn stiel, maar mijn oog valt op bollen wol met prachtige gemêleerde kleuren blauw. Dus koop ik impulsief ‘op kleur’.
“Wat wil je maken?” vraagt mevrouw brillenboer.
Geen moment over nagedacht dus ga voor simpel: “Een sjaal!”
Dik garen vraagt om dikke pennen; ik ga voor nr. 9 met het idee dat ik dan wellicht komende winter van mijn eigengebreide sjaal kan genieten.
Mevrouw brillenboer ziet potentie en ik krijg alles mee in een leuke stoffen tas met gratis boek over een mogelijk volgend project: haken.
Voor ik vertrek krijg ik nog de tip om de eerste vijf centimeter één recht, één averecht te breien; “Dat voorkomt omkrullen van de uiteinden!”
Onderweg naar huis vraag ik mij af hoe dat ook weer moest?
En überhaupt: hoe zet ik een pen op? Ooit handwerkles gehad op school, maar dat stuitte altijd op hevige conflicten met de handwerkjuf vanwege mijn uitgesproken puberale aversie tegen tuttigheid.
Thuisgekomen frommel ik mijn breitas in een onopvallend hoekje; onderweg ben ik tot zinnen gekomen en betreur mijn bevlieging ‘op kleur’!
Ruim een halfjaar later vertelt mijn vriendin H over haar breiavonturen.
— een kleinkind raakt aan diepgewortelde behoeftes om zo’n urm aan te kleden met huisvlijt; in H haar geval met eigen breisels —
Maar H zou H niet zijn als ze niet binnen de kortste keren haar breikunst uitbreidt met de prachtigste creaties. Ze volgt zelfs lessen bij een professor in de breikunde!
Omdat we elkaar zo goed kennen durf ik mijn breitasje tevoorschijn te halen. Ze is gelijk enthousiast. In no time heeft ze mijn sjaal op de pennen gezet en raadt mij, als beginnend breister, aan om het simpel te houden: “Eén pen recht en één pen averecht!” Langzaam komt er weer íets bovendrijven van de lessen van juffrouw Osinga en ik zie het zitten! Als H weg is, brei ik verwoed een aantal pennen en ruim mijn werkje op in de breitas.
“Hoe gaat het met je sjaal?”, vraagt H een paar weken later als ik haar bel.
… O shit, ja…
“Euh, goed, maar de laatste dagen kwam ik er niet aan toe!”
Onmiddellijk pak ik mijn huisvlijt weer op, maar het eerste probleem dient zich al aan vóór het begin: was de laatste pen nou recht of averecht?? Heb wérkelijk geen flauw idee. Dus haal ik alles (…) af tot de eerste pen en begin opnieuw met één pen recht en één pen averecht. Dit fenomeen doet zich met tussenpozen van weken een paar keer opnieuw voor. Heb inmiddels mijn prachtige blauwe bollen al een jaar in huis en (slechts) één begint pluizig te worden van mijn talloze brobbelpogingen!
“Ik heb te weinig wol voor de sjaal die ik wil breien! En mevrouw brillenboer heeft ze niet meer!”, is mijn volgende excuus. H ziet het breizwerk dreigen en belooft te komen om mij uit de breiput te halen.
“Koop dan nog wat andere, bijpassende kleuren! Dan heb je in ieder geval genoeg wol!”
— bedenk panisch dat ik dan moet wisselen tussen verschillende bollen en dat heb ik écht nooit gehad van juffrouw Osinga —
“Ok!” beloof ik stoer.
Met een paar passende kleuren extra bollen en zit ik klaar voor mijn volgende breiles ‘Simpel 2.0’!
H legt de lat didactisch minder hoog. “Brei nou maar lekker alles recht!” en legt uit hoe ik een andere kleur inbrei!
En het gaat voortvarend! Mijn beginnersfoutje koester ik straks als menselijke maat!
Gelukkig komt H binnenkort weer; heb namelijk geen flauw idee hoe ik er een eind aan brei!!
Jeanette
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
7 pings
Naar het reactie formulier