We schrijven juli 2021, naweeën van en nieuwe twijfels over het ‘leven met corona’ blijven actueel. Een brief met een oproep voor het bevolkingsonderzoek borstkanker, bevestigt de achterstand die overal in de gezondheidszorg optreedt. De geplande interval van twee jaar is momenteel niet haalbaar en het zal lange tijd duren voordat alles weer op regel is.
Ik plan mijn afspraak digitaal.
Aangekomen bij de ‘tietenbus’ snap ik dat hier de regels helemaal moeilijk te hanteren zijn.
Het voordeel van een mobiel röntgenapparaat strookt allerminst met afstand houden om besmetting te voorkomen.
Ik word door de ontvangstruimte geloodst, gelijk het wachthokje in. Met het verzoek de deur op slot te doen, bovenlichaam te ontbloten en te wachten tot ik word opgehaald, blijf ik achter in het enigszins benauwde hok.
Kleed me snel uit; time is money.
Halfnaakt sta ik een beetje te wachten. Vreemd genoeg voelt het altijd ongemakkelijk. Ben alleen, maar de deur kan ieder moment opengaan. En hoe wil ik dan worden aangetroffen?
Armen langs m’n lijf staat slungelig.
Armen over elkaar, de ‘gesloten houding’. Redelijk veilig, maar alleen mogelijk met m’n armen ónder mijn borsten, waardoor die fier en pront (dan wel…) worden samengedrukt en brutaal de wereld inkijken. Geen optie dus.
Armen op m’n rug heeft iets militaristisch en daarvoor is mijn outfit te bloot.
Kies voor slungelig en lees de A4tjes aan de wand om de tijd te doden.
Er hangt een flyer waarin wordt gevraagd beleefd te zijn in contact met anderen.
Niet te schreeuwen of te schelden en geen fysiek geweld te gebruiken.
— toen ik het las vond ik het logisch… —
Door de speaker in het plafond klinkt muziek. Knetterhard voor zo’n kleine ruimte. Kan dus niet horen of ik bijna aan de beurt ben en ook niet of anderen hun fatsoen houden en niet schreeuwen of slaan.
De tietenbus is namelijk niet fijn. Nuttig, dat wel, maar niet fijn. En hoewel de meeste lichamelijke onderzoeken op z’n minst niet heel plezierig zijn, staat dit borstonderzoek voor mij hoog genoteerd in de lijst van ‘onplezierige onderzoeken’.
Plots gaat de deur open en mag ik binnenkomen. Onmiddellijk herken ik weer het apparaat waarin ik straks word ‘vastgezet’!
“Gaat u daar maar staan en legt u uw linkerborst maar op deze plaat! Probeer zoveel mogelijk te ontspannen en geef mee wanneer ik u in de juiste houding zet!”
Ze pakt mijn linkerborst en schuift die resoluut maar voorzichtig wat verder op de plaat.
— op dat moment verlies ik het ‘contact’ met mijn linkerborst; wellicht om mijn empathie te blokkeren —
Langzaam zakt ‘de pers’ (een doorzichtige plaat die mijn borst plet tot fotogeniek) naar beneden.
Nog niet volledig, maar al wel vasthoudend.
Herkenbaar uit voorgaande keren, zit een huidplooi die niet op de foto moet, samen met mijn linkerborst in de pers. Geen nood. Vakkundig stroopt de mammolaborant mijn middenrifrolletje naar beneden. “Druk de zijkant uw gezicht tegen deze plaat en kijk naar boven!” Ik sta al in een schier onmogelijke positie, maar gehoorzaam zonder discussie. Langzaam zakt de pers automatisch verder en plet mijn borst bijna tot uitgesmeerde vorm.
“Nee, het zit niet goed!”, krijg ik te horen en de pers gaat omhoog. Ik zucht van opluchting, maar dat is van korte duur! Ze gaat tegenover me staan en pakt met twee (!) handen mijn linkerborst beet om die vervolgens zover mogelijk naar voren te trekken over de plaat. Onwillekeurig ga ik op m’n tenen staan; er is niets meer wat nog natuurlijk voelt, dus mijn meegaande houding is ver te zoeken.
“Beide voeten plat op de grond graag!” en weer zakt de pers naar beneden. Net als ik denk dat plat niet platter kán, draait mijn kwelgeest de pers handmatig nog een slag vaster!! In stilte roep ik tal van goden aan in de hoop dat hun toorn zal neerdalen om deze kwelling te beëindigen.
Mijn gebeden worden niet verhoord, integendeel. Pas na de víerde keer trekken, drukken, pletten, hangen en wurgen wordt de foto gemaakt.
Inmiddels gutst het zweet van mijn gezicht en na elke mislukking neem ik me voor dat dit de laatste poging wordt voordat ik met ferme woorden mijn grens aangeef: “Stop!! Het is wel goed zo! Opzouten met die pers! Ik vertrek!!”
Ineens begrijp ik de tekst op de flyer; heb onbedwingbare behoefte om de mammolaborant tot smeerbare vorm te pletten!!
Gelukkig gaat rechts in één keer goed. Of heeft ze de moed opgegeven om überhaupt nog een perfect plaatje te kunnen maken??
Was (voor het gemak) vergeten dat er ook nog foto’s van de zijkant moeten worden gemaakt!
Maar, inmiddels volkomen murv, hang ik gedwee in alle bochten mee;
alle hoop gevestigd op tietenbus-vrij voor een jaartje of twee!
Jeanette
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
7 pings
Naar het reactie formulier