Ik heb geen hekel aan Defenders. Helemaal wanneer ze in hun natuurlijke habitat voorkomen. Helaas is het percentage wat daadwerkelijk nog met de poten in de modder staat en doet waarvoor ze gemaakt zijn, bedroevend laag.
— overigens geldt hetzelfde voor de bestuurders —
Niet voor niks is er een speciale term voor dit fenomeen: de P.C. Hooft tractor. Wat niks minder betekent dat je een overkill aan power, omvang, dorst en dure sloffen inzet om te shoppen in een straat waar ruig terrein alleen in etalages te zien is.
Een trekker heet daar ook ineens tractor; een soort trieste adelstand voor de echte trekkers, die zich wijselijk distantiëren van dergelijk misbruik van genen.
Ik loop met ChéChé op de dijk — fijne plek als je even minder goed ter been bent; ik strompel m’n eigen tempo en hij kan er naar hartenlust rennen en spelen — Terug naar de auto lijn ik ‘m even aan omdat een hoge bult mijn zicht belemmerd en ik andere viervoeters en hun baasjes Ché’s mogelijke lompheid wil besparen.
Beter. Er nadert een man (in waxcoat en Dubarry laarzen) met twee jachthonden. Los. De jongste van het tweetal ontwaart ons, komt enthousiast aangestormd en nodigt Ché uit om mee te rennen. Aangezien ‘baasje’ op- noch omkijkt en zijn honden niet aanlijnt, besluit ik om Ché ook los te laten. Feestje!!
Inmiddels heeft de onbesuisde dame een dode vogel opgepakt en rent uitdagend voor Ché uit! Ze draagt haar prooi prachtig als volleerde apporteur; stevig en toch zacht.
Nu (ook) vogelgriep rondwaard, houd ik Ché uit de buurt van dode vogels. Hij weet het en loopt er met een boog omheen, maar zo’n geval in de bek van een mooie dame is meer dan aantrekkelijk.
Inmiddels nadert ook de baas van het stel met nog steeds 0 interesse in zijn honden of omgeving, laat staan in gevederde lijken die mogelijk zijn bezweken aan vogelgriep; hij loopt te bellen.
Loopt mij ook zonder meer voorbij, al lullend en met z’n aandacht elders.
— Néé, ik ga er niet meer op los. Zie het te vaak en word er zó witheet van —
Ché heeft lol en ik loop helemaal zen (…) verder.
Het kost mij, zonder enige medewerking van de bellende lul in waxcoat en Dubarry laarzen, best wel even moeite om Ché uit zijn staat van wilde adoratie te halen. Moet hem min of meer vangen wanneer zijn vriendin mij vriendelijk de dode vogel aanbiedt.
Lijn hem aan. Niet meer zen.
Loop naar de auto en ja hoor, daar staat ie: de Defender.
(Had het kunnen weten!) Natuurlijk in het gras geramd en met z’n voorwielen tot aan de as in de modder. “Niet mijn tuin!”, zal bellemans hebben gedacht toen hij zijn vierwiel aangedreven slurptrekker met teveel PK’s parkeerde.
Jeanette
PS, volgende week geen blog; beetje kerstvieren in (waarschijnlijk) strenge lockdown!
Blijf gezond en in contact, met jezelf en elkaar! Fijne dagen! X
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
Recente reacties