Campingperikel en Cane Corso’s

Het campingleven is een minikopietje van de dagelijkse beslommeringen thuis. Aan alle menselijke behoeften moet worden voldaan en aan het dagelijkse ritme wordt tijdens de vakantie vaak angstvallig vastgehouden. Gemoedelijkheid lijkt ineens wel van groter belang en buren worden vriendelijk begroet en (vooral) enthousiast uitgezwaaid als ze weer vertrekken.
Vaak is dat ook het eerste ‘praatje’ met medeveldgangers: “Zit er het weer op??”, als de halve huisraad op het veld ligt, de auto eigenlijk al vol en kinderen jengelend zeuren hoe lang het nog duurt!
Maar over het algemeen leeft het genoeglijk samen; etterbakjes en aso’s krijgen wat meer ruimte en (meestal) slechts een afkeurende blik, maar alles is tijdelijk, dus emoties lopen zelden hoog op.

Tot…

… ik het veld op kom lopen en zie dat we nieuwe overburen hebben. De plekken zijn ruim bemeten en met zo’n 150 m2 elk, zit je niet snel op elkaars lip.
Echter, de nieuweling moet hebben gedacht dat hij die 150 m2 naar believen kan indelen (dafür bezahlt er ja auch…) en heeft zijn caravan midden op het veld gezet met de kont akelig dicht bij ons (denkbeeldige) piketpaaltje.
“WTF is dit hier!!”, stamp ik onze caravan in.
“Onze nieuwe overburen!”, reageert Y onderkoeld.
“Ja, óverburen!!”, tier ik welig. “Dit neigt naar twee-onder-één-kap!”

Inmiddels is de nieuwkomer onverstoorbaar bezig met ‘levelen’, pootjes uitdraaien(…) en de luifel unterstützen.
“Als het je stoort moet je er iets van zeggen”, oppert Y. Maar gezien het fanatisme van de metervreter en mijn lichtelijk obstinate gemoed, lijkt me dat geen goed plan.
Bel, voor het eerst in al die jaren, naar de receptie. Die reageren onmiddellijk en wijzen overbuur onverbiddelijk z’n plek. Onder zwaar protest en door vrouwlief luidkeels gesteund in verontwaardigt gepruttel trekken ze zich terug in eigen hoek. Tegen vrienden doen ze uitgebreid verslag van het verraad van één van de buren; de toon is gezet.
Met een zielig gevoel voor ‘je gram halen’, zet hij even later zijn schotelantenne met een lang snoer zover mogelijk onze kant op…

“Is ie lief?”, vraagt Metervreter later auf Deutsch, terwijl hij naar Ché wijst.
“Ja, maar erg enthousiast in z’n begroeting!”, reageer ik, laf ook auf Deutsch!
Geen probleem, hij is honden gewend, zegt hij. Heeft zu Hause een héle grote hond en wijst maatje Deense Dog XL. Tuurlijk, denk ik sceptisch en vraag naar het ras.
“Ridgeback!” Nu moet ik de eerste Ridgeback maatje Dog XL nog tegenkomen, maar ik ga zijn grootheidswaan niet corrigeren.
Wat voor ras Ché is? — alsof elke hond een rashond moet zijn —
Maar ja, Ché ís een Labrador. Dat vertel ik hem.
“Haha, bestimmt eine Mix mit Cane Corso!” Ik schiet in de lach en ik zie hem tevreden denken dat ik geen flauw idee heb hoe een Cane Corso eruitziet.
Laat hem in de waan en loop weg.

Cane Corso

Hoor hem even later tegen zijn vriend: “Haben eine Labrador x Cane Corso Mix, aber wissen das selber nicht!”

Ché

Ik zin op wraak…

Jeanette

PS vond gisteravond bij thuiskomst een strontje op de campingstoel! Onder de zonneluifel, dus kan onmogelijk van een overvliegende vogel zijn…
Denk dat ik paar stukjes brood rond zijn caravan strooi! De meeuwen doen de rest…

5 reacties

Naar het reactie formulier

  1. Haha ik voel met he mee. Zit ook lekker op de camping. Zondagmiddag is het fijnst ala alle weekengasten weer eeg zijn 😊

    1. Dat is fijn!! Hier wordt een lege plek gelijk weer ingenomen!
      Geniet jullie vakantie!

  2. Fijne vakantie hoor, het begint dus al goed. Gelukkig is volgende week het weer erg mooi.
    Dat vergoed een beetje. Groeten uit Bolsward van Jan en Dinie.

  3. Hahaha, zooo herkenbaar!

  4. Shit
    Scheisse
    Wat een rotmof
    Daar heb je dan drie maanden voor moeten doorzetten
    Kont in de krib

Geef een reactie

Your email address will not be published.