E-reader versus boek


Ik ben een lezer! Een soort verslaving; herkenbaar door grote onrust bij dreigende tekorten! Want owee, als het boek bijna uit is en geen nieuw leesvoer voorhanden is.
Dus na lang zoeken een e-reader aangeschaft. Altijd een kist boeken bij je, zonder het gewicht daarvan.

Ik lees voor het slapen gaan, in bed.
Voordeel van de e-reader is dat ik kan lezen zonder bedlampje, zodat m’n slapie geen last heeft van de schijnwerper die ik tegenwoordig nodig heb om überhaupt ’s avonds te kunnen lezen. Ik ga in de leeshouding liggen (op mijn zij) en start vrolijk mijn e-reader op. Heb er een (duur) hoesje bij genomen voor meer ‘echt-boek-gevoel’.
Eerst een halfuurtje bezig om de lettergrootte naar mijn zin te vinden. Vervolgens vooral ‘bladzijden’ aan het omslaan nadat ik tien zinnen heb gelezen.
En dat lukt niet met dezelfde hand waarmee ik het ding in stelling houd. Heb twee handen nodig, waarmee het eerste pinnige verwijt aan de ontwerpers een feit is.

En dan het gewicht. Beter gezegd, het ontbreken daarvan.
— na al die jaren échte boeken is er balans in comfortabel liggen, boek op de juiste leesafstand houden én, vaak met één hand de bladzijden omslaan. Daarbij spelen gewicht en stevigheid een cruciale rol; gebonden heeft mijn voorkeur —
De e-reader is kleiner dan een pocket, dus rommel ik met het geval om een comfortabele houding te vinden; zijligging links, evenzo rechts en tot slot zuchtend op mijn rug.
En met een venijnige opmerking van mijn slapie over dat rare, spookachtige licht, heb ik het helemaal gehad!

De volgende dag fiets ik naar de bieb. Verheug me op weer een stapel échte boeken naast mijn bed. Mijn eerste gang is naar de tafel met ‘nieuw’, waar de maagdelijke boekencollectie ligt. Hoewel ik (net) geen smetvrees heb, vind ik vaak gelezen boeken vies!
Thuisgekomen ondergaan (ook ‘nieuwe’) boeken steevast een ontsmettingsprocedure.
’s Avonds stap ik blij in bed, ontsteek de schijnwerper en pak mijn eerste keuze. Ik nestel me op mijn zij en ben helemaal gelukkig met het ware ‘boekengevoel’.

Plots ontwaar ik op pagina 40 een fluppeltje! Wég beleving van het verhaal.
Ben nu alleen nog bezig met de mogelijke herkomst van dit boekenwratje.
Allereerst de kleur. Meestal bruin-oranje-gelig, waardoor het aantal mogelijkheden betreffende de oorsprong behoorlijk wordt beperkt. In mijn hoofd wordt dit fluppeltje als ‘menselijk’ gedetecteerd. Het plakt op het papier dus is het, ten tijde van plaatsing, op zijn minst licht vochtig geweest.

Voor een oorfluppeltje is het niet vettig genoeg en er zitten ook geen sleepsporen van het achteloos afvegen van de pink nadat deze met een gelukzalig gevoel twintig keer diep in het oor op en neer is gegaan.
Nee, het fluppeltje is met een korte beweging op het papier terecht gekomen. Blijven neus- en/of mondafval over. Ik ga voor neus-resten.
Zie voor me hoe de lezer zich, al neuspulkend, verliest in het verhaal.
Een irritant hoopje afval laat zich, nadat het een perfecte ronde vorm heeft gekregen door het draaien tussen duim en wijsvinger, niet wegschieten.

Gedachteloos slaat de lezer de pagina om en pats, het bolletje blijft achter op pagina 40 en wordt, na het wegleggen van het boek, geplet en voor langere tijd geconserveerd.
Totaal afgeleid door de aanwezigheid van dergelijk menselijk restafval, race ik door de tekst op bladzijde 40 en 41. Pas na het omslaan van het blad, kom ik tot rust en laat het fluppeltje over aan de fantasie van de volgende lezer.

Voorlopige stand e-reader versus boek: 1 – 1!

Jeanette

Deel met wie je een midlife pleasure momentje gunt! Makkelijk, via onderstaande links!

Geef een reactie

Your email address will not be published.