Vandaag even geen trillingen onder m’n kont. En waarschijnlijk na volgende week nooit meer — op deze manier dan… —
Want dat is bijna onze mantra de laatste tijd: “nooit meer…, nooit meer…!”
Zelfs de vaak gehoorde opmerking “zeg nooit nooit”, doet het hier niet!
Het is dus een beetje ‘sterven’. Een beetje, want een gebouw sterft niet echt. De ziel gaat eruit en ook die is voor een ieder anders; we hadden allemaal onze eigenste zielgevoel bij het gebouw waarin we zolang werkten. En het gebouw, het ‘lijf’ waarin we die ziel hebben ervaren, wordt met de grond gelijk gemaakt.
Het eerste ‘nooit meer’ wat écht opviel was het geluid van de compressor voor de perslucht.
Die stond tegen de buitenmuur van de garage in een open, gazen hok met asbest golfplaten dakje. De monteur die al eerste binnenkwam, schakelde de compressor in. Die kwam dan buiten kuchend en, vooral bij koud weer, hoestend tot leven. En dat leven was echt herrie! Maar wij en de ons omringende buren, wisten niet beter; we sliepen erdoorheen of hoorden het niet meer.
En langzaam verstomden alle werkgeluiden van de garage. En verdween alles waarmee gewerkt werd of wat dat mogelijk maakte. Maanmannetjes ontfermden zich over het nog aanwezige asbest en de slopers sloopten wat kon worden hergebruikt.
En zo werd ‘onze’ garage een zielloos gebouw.
Hekken werden geplaatst om het ‘werkterrein’ en grote afvalcontainers neergezet. Want ook slopen vraagt om afvalscheiding! We hebben gezien hoe met de grootst mogelijke precisie lagen van elkaar worden geschraapt om vervolgens in de juiste container te verdwijnen.
Een tig-ton-kraan op rupsbanden bewoog zich de afgelopen week over het terrein. Fascinerend te zien hoe een zo log apparaat uitloopt in een arm met ‘handen’ die de kleinste latjes oppakt en verzamelt.
Niet zo subtiel was het rondrupsen op een ondergrond van klei en veen! Elke beweging veroorzaakt in en rond huis een gedender van jewelste! Trillingen onder je voeten of kont, bewegende beeldschermen en rinkelende glazen. En het huis van meer dan 150 jaar piept, kraakt en schudt gemoedelijk mee!! We vertrouwen er maar op dat ze tijdens de bouw destijds wisten wat ze deden en degelijke fundamenten hebben geplaatst.

Dat getril went niet. Het is een beetje eng. Maar valt in het niet bij de impact van donderend geraas als er weer een stuk dak, een scheidingswand of een dikke muur naar beneden valt!! We gaan elke paar uur kijken en laten op ons inwerken wat er nu weer is verdwenen; en dat is herinneringen plakken aan wat er nog staat. Een vlak met blauwe tegeltjes is nog het enige bewijs van de wc pot die eraan hing, de deur die dáárvoor zat, het fonteintje met een zeeppomp en handdoekje en tot slot de deur naar de showroom waar aan de buitenkant een sticker met TOILET zat. Y z’n kantoor is al weg en we kijken door kapotte ramen naar waar ik zat en P achter de receptiebalie, die ook al is verdwenen.
We nemen foto’s en maken filmpjes; vastleggen wat er nog staat en vasthouden van wat nu al niet meer is!

De meneer op de kraan is een schat! We mogen, mits veilig, altijd nog even ergens kijken en als we iets tegenkomen wat we nog willen hebben, kunnen we dat meenemen. Ondanks dat het zijn dagelijkse werk is, snapt hij wat dit met ons doet. En vooral met Y natuurlijk, die ziet verdwijnen wat er zijn leven lang was. En dat geldt ook voor alle kijkers, die op elk moment van de dag in zich opnemen hoe een heel oud en voor iedereen herkenbaar stukje Bolsward verdwijnt.
Ook iemand van de gemeente kwam polshoogte nemen. Meldde zich niet, (toch duidelijk vermeld op de hekken in verband met de veiligheid), stelde zich niet aan de slopers voor en struunde op het terrein rond met een licht autoritaire blik.
W, de kraanmachinist, hapte onverstoorbaar verder!
Als je alle regels overtreedt, is het ‘eigen risico’ erg hoog…
Ik grapte later dat hij met z’n ‘kraanhanden’ deze persoon toch zachtjes in de kraag had kunnen vatten en over het hek in veiligheid had kunnen brengen??
“Ja, dat kan ik!”, antwoordt hij grijnzend.
“Net als een borrelglaasje van tafel pakken, met de grijper!”
“Vol glaasje??” vraag ik, “Zonder morsen??”
“Ja!”, antwoordt hij zonder twijfel!
“OK, dat wil ik wel zien! We nemen er eentje op als je hier klaar bent met je tig-ton-kraan met zachte handjes!! Ik schenk in en jij serveert uit! En dan toosten we met z’n allen op alles wat hier ooit was!!”
Jeanette
2 pings