Ineens zie ik hem zitten. Een prachtige, subtiel behaarde mot, met wit lijf en vleugels waarvan de randen rondom even in bruine verf zijn getipt en die prachtig afsteken bij het witte midden. Hij zit op het raam van de deur naar buiten.
Kan hem dus zowel van onder (binnen) als van boven (buiten) bewonderen.
Voor je het weet neemt zo’n wondertje de vleugels en moet ik putten uit mijn eerste indrukken. Race naar binnen om mijn mobieltje te halen.
Normale stand: knip, knip, knip, onderkant.
Macro: knip, knip, knip, onderkant van heul dichtbij!
Standje Pro: knip, knip, knip, onderkant.
Zelfde ritueel, maar nu sta ik buiten en leg de bovenkant vast; mot blijft onverstoorbaar zitten.
Ben ervan overtuigd dat ik een ‘exoot’ op m’n raam heb zitten; nooit eerder gezien, dus het moet van ver komen. Buiten de stad? De provincie? Of misschien zelfs buiten Nederland?
Overweeg om paar foto’s op facebook te plaatsen met verzoek om identificatie van dit wit/bruine wezentje.
Er zitten een paar natuurvorsers in mijn contacten.
Wellicht spoeden zij zich in mijn richting teneinde met profi camera’s het exootje vast te leggen om later enthousiast te delen met andere vlinderfielen.
Onderbuikgevoel volgend besluit ik toch een eerste verkenningsvlucht op internet; stel dat het een huis-tuin-en-keuken-exootje is?
Het eerste wat ik lees is dat deze ‘vlinder’ niet in vlinderboekjes staat. Een paar regels verder lees ik dat iemand “blij is geen buxus te hebben, na het spotten van… (jawel!!) de buxusmot!”
Daarna volgt het ene na het andere horrorverhaal over volledige verwoeste buxushagen en ben ik ineens niet meer zo blij met een excootje op het raam!
Want een exoot is het zeker. Hij/zij komt uit Azië en is waarschijnlijk met import van buxus (dus ook een exoot) meegekomen naar Europa.
Nu is de buxus geen excessieve woekeraar. Meestal staan ze vierkant gekapt in rijtjes rond een kruidentuintje. Of vorm-gesnoeid tot pauwen, kippen, egels of konijnen! Ben zelf niet zo buxus-minded.
Er is echter één uitzondering: ons buxusboompje ‘Buxusje’!!
Zoon P zat op de basisschool en kreeg een ieniemienie buxusje in een potje mee naar huis. Door de jaren heen kreeg buxus af en toe een groter potje, maar een echte groeispurt bleef uit. Uiteindelijk heb ik hem in onze laissez faire tuin gezet met de boodschap dat ie het nu zelf moest doen.
Ik had Buxusje geen groter plezier kunnen doen!! Binnen de kortste keren werd hij een reuze buxusbol!! Hij wringt zich stoer tussen buur-struiken en neemt mij die enkele rigoureuze knipbeurt helemaal niet kwalijk!
Zolang ik hem maar niet in vorm dwing!
Buxusje is een soort groen familielid geworden, waarmee we al veel verleden delen. Buxusje is een beetje heilig!!
Nu wordt Buxusje dus bedreigd!! Door een exoot waarvoor niet eens een klinkende naam is bedacht; hij vreet buxus, dus heet ie buxusmot.
Ik spoed mij naar Buxusje en zie gelijk danig verwoeste takken!
“Kútmot!” scheld ik de mot verrot die nog steeds op het raam geplakt zit.
Ten onrechte, want het leed aan Buxusje is veroorzaakt door de rupsen van die kutmot. Licht panikerend Google ik opnieuw advies:
“Hoe kom ik van mijn buxusmot af?”
Boswachter Frans Kapteyns geeft tips:
– Knip op plekken waar veel buxusmotten zitten de struik een beetje kaal. Dan kan de koolmees goed bij de rupsen. De koolmees vindt de motten en rupsen een lekker maaltje, dus die eet ze graag op.
– En ook naaktslakken lusten de buxus-etende monstertjes maar al te graag. Haal de naaktslakken op andere plekken in je tuin weg. Zet ze vervolgens bij je haag weer neer.
– Maar de beste tip is volgens Frans om de buxusmotten er ouderwets met de hand uit te plukken. Eén voor één. En dan moet je ze natuurlijk niet op de grond laten vallen, maar aan de vogels voeren. Dan weet je zeker dat ze niet meer terugkomen.
Okééé… heb een gloeiende hekel aan naaktslakken!
— dat gevoel als je met blote voet (per ongeluk) eentje plet… —
Nu moet ik ze zoeken, oppakken(!!) en transporteren naar Buxusje!!
En, waar het de hele zomer wemelde van de (naakt)slakken die rond het huis slijmden, zijn ze nu niet te vinden. Hier en daar een baby-huisjes-slak, die ik dan met grote zorg in het bedreigde struikje plaats.
Ik knip ruimte tussen de takken voor de mezen, maar die zitten mij wazig aan te kijken en vragen zich af waarom ik geen volle ‘pindakaas’ pot ophang!
Leg ze uit dat ze die moeten verdienen met oppeuzelen van buxusmotrupsen.
Maar het is oktober! Misschien slim om op te zoeken hoe de cyclus van pop tot mot verloopt en wanneer het rupsengebroed rondwaart.
In een, in dit geval zeldzaam moment van verhelderend inzicht, vraag ik mij af hoe ‘laissez fair’ ik bezig ben.
Buxusje is verminkt, maar de gezonde takken zijn nog steeds in de meerderheid! En zelfs op de aangevreten sprietjes vormen zich, in prachtig nieuwgroen, kleine blaadjes!!
Ik vertrouw voorlopig op Buxusje’s veerkracht en spreek hem nu en dan bemoedigend toe.
Waar ik nog wel over pieker zijn bolletjes die aan de takken hangen, maar waarvan ik de herkomst niet kan achterhalen. Heb het idee dat het poepjes zijn, maar uit welk gat? Rups of slak?? Leg het graag aan jullie voor!
Jeanette
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
9 pings
Naar het reactie formulier