Wandel de supermarkt in. Ben alleen, dus loop ongehinderd de hal in. Daar staan links de ‘gebruikte’ karren, waaraan de vorige klant zijn sporen heeft achtergelaten; al dan niet in de corona sfeer.
In het midden van de hal staat een flinke meid, gehandschoend en gewapend met een flacon ontsmettingsmiddel.
Rechts staan de karren waarvan het handvat is ontdaan van onfrisse of besmettelijke menselijke resten. Ik maak mijn keus.
Het karremeisje is noodgedwongen de discussie aangegaan met een tweetal opgeschoten tieners, die samen de supermarkt in willen.
Nauwelijks ouder dan het karrekind, zijn ze niet onder de indruk van haar argumenten en eisen toegang tot de supermarkt met één kar.
Sinds het begin van de corona is mijn lontje tot een minimum geslonken en ik voel een buitenproportionele irritatie opkomen…
— Gotvergetese Brutale Achterlijke Taffes Pubers, waar zit dat kleine beetje verstand wat ik jullie (dan toch nog) toedicht??
Tussen je benen?? —
“Lieve schat”, negeer ik mijn eerste opwelling en richt me in alle kalmte tot het meisje, “dat ontsmettingsmiddel is een uitstekend wapen tegen onnozele gasten, die de ernst van deze crisis is ontgaan!”
Ze lacht een beetje onzeker en de opgeschoten vlegels schakelen een tandje terug, nu ik mijn kar voor de hunne posteer! Mijn hele houding straalt een onverzettelijkheid uit, wat ze in hun jonge leven te weinig hebben gezien. Overgeschakeld op een soort oerinstinct (te kiezen voor hun vege lijven, gelukkig), schuifelen ze terug.
“Jíj gaat met kar naar binnen en jíj blijft buiten!” blaf ik ze toe.
Met mijn winkelkar drijf ik het vervelende-jongmens-met-kar voor me uit de winkel in. Hulpeloos kijkt hij achterom naar zijn maat, die fluitend zijn nederlaag wegblaast en de winkel uit loopt.
Het karrekind poetst opgelucht verder.
Mijn tocht door de supermarkt is te vergelijken met een pas de deux met m’n winkelkar. Naast een drijvende functie, is mijn kar geschikt om een perfecte pirouette te maken van de zuivel naar het gebak, waarmee ik mijn directe omgeving van 1,5 meter zuiver van indringers.
De zwierigheid waarmee ik mij met m’n karretje voortbeweeg heeft het effect van een mondkapje; je weet niet of het je beschermt, maar het heeft een psychologisch effect op anderen.
Naast de wals is de chachacha populair. Er zijn situaties die een snelle drie-stap voor- of achterwaarts vereisen! Een plotseling opduikende kar van rechts of een traag voortscharrelend transport van hoog bejaard.
Volledig zen kom ik bij de kassa aan en glimlachend voeg ik mij op 1,5 meter van mijn voorganger in de rij.
Voor een klein moment accepteer ik dat dit is wat het is.
Weiger te denken in termen als ‘het nieuwe normaal’, maar dansen met mijn winkelkar is toch wel een corona-gerelateerd-fenomeentje…
Jeanette
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
2 pings