Het is zo heerlijk om af en toe de sores van alledag te verdrijven met mijmeringen over lang geleden. Van de Ryam agenda’s naar een latere fase waarin ik als ‘alleenstaande’ moeder door het leven ging.
Met mijn ‘gelijkgestemde’ vriendin (ook alleenstaand en één kind) maakten we plannen voor de zomervakantie.
H, altijd in voor een actieve vakantie, stelde voor om een groepsreis te maken naar Denemarken. Als einzelgänger ben ik een beetje allergisch voor groepen, maar voor de kinderen is het geweldig, zo troostte ik mezelf.
Bovendien reisden we met eigen vervoer en sliepen we in onze eigen tenten.
We ‘gingen’ met het Nivon, vandaag de dag omschreven als “Verenging met 95 jaar ervaring, voor mensen met een groen en sociaal hart” (…) naar een idyllische plek in de Deense natuur waar voor de gelegenheid een ‘camping’ was gecreëerd.
Niet gehinderd door echte kampeerervaring stelden we een lijst op van benodigdheden in de vrije natuur.
Voor onderdak leenden we een bungalowtent. Met ruime compartimenten, bood die plaats aan alles wat we nodig hadden om te slapen, keukengerei, kleding en schoeisel voor twee volwassenen en twee kinderen.
Aangezien de kinderen net oud genoeg waren voor een eigen slaapplek, namen we ook een kleine ‘bijtent’ mee.
We sloegen een ruime voorraad houdbare etenswaren in, om onder alle omstandigheden onze bloedjes van kinderen te kunnen voeden.
De dag voor vertrek kwamen we samen om alles in te pakken. Wilden de volgende ochtend vroeg vertrekken richting Denemarken; voor donker moest ons kampement zijn opgeslagen. Vol goede moed en tevreden over onze perfecte voorbereiding, begonnen we de auto in te laden. We zeulden de bungalowtent naar de kofferbak; als grootste bagagestuk moest die er als eerste in.
En toen was de kofferbak vol…
Aan de zijkant nog wat plaats voor sokken en onderbroeken, maar luchtbedden en slaapzakken moesten op de achterbank. Daar moest ook de tweede tent, stoeltjes, onze tassen met kleding, alle voorraden én schoenen en laarzen voor alle soorten weer.
Het was duidelijk: de kinderen pasten er niet meer in…
Een oplossing vinden op korte termijn viel niet mee.
De kinderen thuislaten was niet echt een optie, de respectievelijke vaders gaven hun ‘vrije weken’ echt niet op vanwege ons vervoersprobleem.
Een enorme dakkoffer monteren zou een weekje kosten en een busje huren met voldoende zitplaatsen en bagageruimte bleek onmogelijk in het hoogseizoen.
Er zat niet anders op: we moesten met twee auto’s. Enige schaamte over honderd procent toename van ‘onze uitstoot’ was ons vreemd; we vonden het alleen erg ongezellig om achter elkaar aan te rijden. We verdeelden alle bagage over twee auto’s en hielden zelfs ruimte over!!
Na een voorspoedige reis, waarbij we regelmatig tijdens de pisstops de (papieren!) wegenkaart moesten raadplegen, kwamen we aan bij de ‘camping’.
Het was duidelijk, wij waren de laatsten. Op een gigantisch veld omringd door bos, stonden in een ruime (dat moet gezegd) cirkel de koepel- en trekkerstentjes in het gelid. Als afgesproken met de ingang naar het midden.
Aangestaard door een dertigtal mede-kampeerders reden wij met twee auto’s het terrein op. Op aanwijzing van de groeps’leiding’ parkeerden we op onze plek en begonnen met uitpakken… en uitpakken… en uitpakken…
Voor de eerste keer een bungalowtent opbouwen is niet direct een makkie, maar gedreven door (voor ons gevoel) zuinig-kritische blikken, gingen we als uiterst efficiënt en geolied team te werk!! Met de juiste kamp-spirit had ieder zijn taak en bouwden we ons onderkomen op.
Uiteraard mochten de auto’s (die mijns inziens prima zouden voldoen als extra kastruimte) niet op het terrein blijven staan; teruglopend van het parkeerterrein, namen we onze omgeving open-minded op. Twee verrijdbare units herbergden toiletten en douches. Een grote pomp op een put zorgde voor (bron)water.
We werden uitgenodigd om plaats te nemen in de kring om het kampvuur (jaja) voor een voorstelrondje en kampregels. Gewapend met stoeltje en mok, namen we plaats. De kampleiding, bestaande uit een echtpaar met caravan, heette ons hartelijk welkom en vroeg eenieder kort iets over zichzelf te vertellen.
Het gezelschap bestond uit veel alleenstaanden (zowel man als vrouw) met kind(eren). Hadden we iets gemist in de reisbeschrijving??
Je zorgde voor je eigen maaltijden, tenzij de groep (of een deel daarvan) een gezamenlijke maaltijd organiseerde.
Er werd een corvee schema opgesteld voor het schoonmaken van toiletten en douches.
Naast een aantal geplande uitjes voor de gehele groep, werd het op prijs gesteld om als subgroepje leuke activiteiten te organiseren, vooral voor de kinderen. “Denk hierbij bijvoorbeeld aan speurtochten, wandelingen, zwemmen, balspellen of quizzen!”
Ik ging naarstig opzoek naar mijn ‘sociale hart’ en bedacht dat zó samen voor éénkind uit een éénoudergezin een geweldige belevenis moest zijn!!
Knipoogde naar mijn zoon P, die met een oorwurmengezicht het keurslijf van de groep aanhoorde. “We maken er iets leuks van!”, mimede ik.
Met de kinders knorrend in hun tentje, ontkurkten H en ik voor onze riante bungalowtent een fles wijn om de eerste dag te evalueren en mede-kampers ‘op onze waardes te schatten’.
Het werd een gezellige avond!!
Jeanette
– wordt vervolgd –
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
2 pings