Gister zat een merel op de buitentafel. Urenlang. Als wij voorbij kwamen, keek hij loom onze kant op, maar maakte geen aanstalten om te vertrekken. Zelfs zijn vleugels hingen ietwat in de depristand.
Onder z’n kontje lag een waterig plasje uitwerpsel.
Niet geheel ingewijd in de wereld van merelontlasting, heb ik geen idee of diarree een veel voorkomende aandoening is.
Over het algemeen zijn vogelflatsen niet snoeihard; die keren dat ik door een gelukstreffer werd geraakt, was het nooit een lekker stuiterend kogeltje.
Het druipt altijd en meestal zijn de randen wit, terwijl het midden de kleur van het laatst genuttigde voer aanneemt.
En het is hardnekkig! Een flats op je paasbest, laat zich niet met een papieren zakdoekje wissen! Doorgaans wordt het daar erger van. Mijn spuug heeft ook geen oplossend vermogen ten aanzien van vogelstront, dus zit er niets anders op dan trots binnentreden in-vol-ornaat-met-gelukstreffer!
Terug naar merelmans in deplorabele staat met waterdunne diarree.
Langzaam nader ik hem, terwijl ik geruststellende woordjes fluister.
“Hee, kleine merelman, wat is er aan de hand? Blijf maar rustig zitten, ik probeer erachter te komen wat je mankeert!”
Hij verroert zich niet, maar kijkt me aan met lodderige ogen. Ook dat lijkt me geen goed teken! Alert zijn op de omgeving voorkomt meestal dat je wordt opgegeten.
Wellicht schat hij mij op waarde; het tanende fysiek en de tevelen her en der, maken mij niet tot een gevaarlijk en snel toeslaand roofdier.
In mijn hoofd vliegt de lijst met mogelijke diagnoses voorbij.
Niet gehinderd door enige kennis van veel voorkomende vogelaandoeningen, is het Usutuvirus het eerste waar ik aan denk!
De schrik slaat mij om het hart, want het Usutuvirus is zeer besmettelijk en de merelpopulatie in onze tuin groot! Het zou een drama betekenen!
Een vaccinatieronde zou een operatie worden, die in kosten en inzet zijn weerga niet kent. Bovendien zou het vangen van de aanwezige merels, dusdanig veel opwinding opleveren, dat zij, die niet aan het Usutuvirus sterven, zeker bezwijken aan overmatige stress!!
Verdrietig besluit ik merelmans met rust te laten en de natuur zijn gang te laten gaan.
Toevallig zie ik hem even later opvliegen. Opvliegen is een understatement, want hij laat zich van de tafel vallen en landt drie meter verder op de grond.
Ineens zie ik dat de andere merels al hetzelfde gedrag vertonen!
Plots valt mij iets anders in! Na het nuttigen van 90% van onze aalbessen, werden de vijgen langzaam rijper en rijper. Hadden we vorig jaar grote groepen vlinders en wespen die zich tegoed deden aan de vijgenvrachten, dit jaar lieten de merels geen ruimte voor mee-eters!
De vijgen zijn op, maar de druiven rijpen nu volop.
Het is een ‘grande bouffe’ van wéken!!!
Ik ben eruit: onze merels lijden aan obesitas! En al redelijk morbide!!
En toch, die algehele lethargie kan ik bij obesitas niet plaatsen.
Het is nóg simpeler dan ik dacht: de grande bouffe van overrijp fruit heeft geleidt tot massale dronkenschap onder ons merelvolk!
De Turdus merula ebrius!! Oftewel: toeterzatte merel
Jeanette
Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook
Recente reacties